Geens wil Nederlandstalige pastoors omscholen tot imam

Er moeten in Vlaanderen meer Nederlandstalige imams komen. Dat heeft minister Koen Geens, verantwoordelijk voor de erediensten, zaterdag gezegd op een eerste colloquium rond “islamitische vernieuwing” in Gent. Daarom stelt hij voor om het Vlaamse pastoors makkelijker te maken om zich om te scholen tot imam.  Zij zijn het Nederlands immers al machtig en hebben een grondige ervaring inzake religieuze arbeid.

Minister Geens ziet Nederlandstalige imams als voorbeeldfiguren voor moslimjongeren. “Een imam dient niet alleen voor te gaan in het gebed, maar dient eveneens een voorganger, een wegbereider te zijn voor zijn gemeenschap. Dat die imams niet alleen de talen spreken van de gemeenschap die zij leiden, maar tevens de wetten en gewoontes aanvaarden van ons land lijkt me de logica zelve,” aldus Geens. “Allemaal eigenschappen die onze pastoors al bezitten. Zij spreken de taal en zijn vertrouwd met onze wetten en gewoontes. Daarnaast hebben zij al een ruime ervaring met godsdienstig werk en dus kunnen zij makkelijk omgeschoold worden. Het is alleen een kwestie van wat andere rituelen en gebruiken aan te leren, maar dat zijn slechts oppervlakkigheden. Aan de binnenkant zijn alle religies hetzelfde.”

Bijkomend voordeel zou zijn dat het teveel aan pastoors zo automatisch weggewerkt wordt. “De kerken lopen leeg, terwijl er in de moskeeën net plaats te kort is,” gaat de minister verder. “Het tekort aan de ene kant opvullen met het overschot aan de andere, dat is duidelijk een win-win-situatie. Aangezien de lonen van pastoors en imams door de staat worden betaald, wordt zo ook de belastingbetaler ontzien. Iedereen wordt hier beter van.”