Belgische linguïst ontdekt oudste onomatopee ooit

ARECIBO – Een internationaal team van taalkundigen is er in Puerto Rico in geslaagd de oudste onomatopee ooit terug te vinden. De vondst, op naam van een Belgisch linguïst, is het resultaat van jarenlang systematisch speurwerk in alle uithoeken van het heelal.

– door Jan-Pieter De Leugheneire –

 

Alles begon met de allereerste onomatopee [BOEM]
Alles begon met de allereerste onomatopee [BOEM]
De radiotelescoop in Arecibo heeft een doormeter van 305 meter en is daarmee de grootste ter wereld. Taalkundigen van de ESA, de NASA en het minder bekende JAXA (Japanese Space Exploration Agency) zochten er al jarenlang naar sporen van klanknabootsingen in het heelal. Een monnikenwerkje, want zoals algemeen wordt aangenomen is dat heelal erg groot.

Om het speurwerk zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, verdeelde men het heelal in clusters die men vervolgens aan verschillende wetenschappers van over de hele wereld in concessie gaf. Het was de Belgische ESA-délégé José Van Nieuwenhuyse die vorige week vrijdag een merkwaardige ontdekking deed in cluster SWLBR-2744. “Ik was al een paar dagen aan het werk in de mij toegewezen sector”, aldus een enthousiaste Van Nieuwenhuyse, “maar ik had de hoop al opgegeven. Het heelal is namelijk één groot vacuüm, en aangezien geluidsgolven een ‘middenstof’ nodig hebben om zich in te kunnen voortplanten, komen nergens in de interstellaire leegte klanken voor. En zonder klank, geen klanknabootsing. Dat weet het kleinste kind.”

‘Lawijt’

Maar plots kreeg Van Nieuwenhuyse een geniale ingeving. Hij richtte de telescoop op de zogenaamde kosmische achtergrondruis (restant van het ontstaan van het heelal, nvdr.), iets wat enkel de Israëlische taalkundige Lev Pehrenboim hem ooit had voorgedaan. Van Nieuwenhuyse glundert: “Ik dacht, wil ik toch een onomatopee te vinden in de oneindige leegte, dan moet ik ook een bron van oneindig groot lawijt vinden. En toen dacht ik plots aan Pehrenboims baanbrekende maar controversiële werk in de jaren zeventig.” De Israëliër postuleerde toen de onomatopee ‘WUUZZZ’ in de achtergrondruis, iets wat met de toen bestaande technologie nog niet kon worden vastgesteld.

“Groot was mijn vreugde toen ik een zwak ‘WUUZZZ’ hoorde wanneer ik de achtergrondruis in het vizier kreeg”, vervolgt Van Nieuwenhuyse. “Daarmee had ik ontdekt dat Pehrenboims postulaat klopte! Vervolgens legde ik mijn oor dieper en dieper in het heelal te luisteren, en toen ik bij een punt van ongeveer 13,7 miljard lichtjaar ver uitkwam, knalde opeens een oorverdovend ‘BOEM’ uit mijn koptelefoon. En toen wist ik het: dit is de onomatopee van de oerknal!” Aangezien met de oerknal ook tijd en ruimte zijn ontstaan, zou het dus om de oudste onomatopee ooit gaan. Vroegere onomatopeeën zijn fysisch onmogelijk.

Scepsis

Toch heerst in linguïstische kringen nog enige scepsis omtrent Van Nieuwenhuyses ontdekking. De onomatopee is overgebracht naar het taallab voor verdere analyse. Als men kan bewijzen dat de relatie tussen ‘BOEM’ (de onomatopee) en de oerknal (zijn referent in de werkelijke wereld) niét arbitrair is, dan is men al een stap dichter bij het erkennen van ‘BOEM’ als oudste klanknabootsing ooit.

De ontdekking heeft Van Nieuwenhuyse een gescheurd trommelvlies in het linkeroor opgeleverd, doch dat deert de taalkundige niet. “Ach, ik beschouw mezelf als de Marie Curie van de linguïstiek: ik heb een klein offer gebracht, maar de taalwetenschap is er met rasse schreden op vooruitgegaan en deze ontdekking kunnen ze me nooit meer afpakken.”

Laat een reactie achter