ROTTERDAM – Headhunters van de Vlaamse christendemocraten hebben baanwielrenner Iljo Keisse aangezocht om voortaan de communicatie van hun partij te verzorgen. Ze deden dat nadat Keisse eerst niet, vervolgens wel, daarna terug niet, vervolgens misschien en nu dan toch – onder voorbehoud – deelneemt aan de zesdaagse van Rotterdam.
– door Jan-Pieter De Leugheneire –
“Een volatiel iemand als Keisse was precies waar we naar op zoek waren”, verduidelijkt CD&V-humanresources-verantwoordelijke Timothy Debrabandere. “Wij zijn zwaar afgestraft door de kiezer tijdens de laatste verkiezingen. Een studie door het onafhankelijke onderzoeksbureau DataDriven wijst nu uit dat dat vooral aan onze al te duidelijke communicatie lag. Het aura van wispelturigheid dat rond Keisse hangt, kan CD&V goed gebruiken.”
CD&V stapte naar de kiezer met de boodschap ‘Nooit opgeven’. Een misser van formaat volgens Debrabandere. “Veel te duidelijk, veel te definitief. ‘Nooit.’ Zo’n boodschap biedt geen enkele spelingsruimte. ‘Soms opgeven’, of ‘Onder bepaalde voorwaarden nooit opgeven’ liggen veel meer in de lijn van het DNA van de CD&V. Wij waren totaal uit het oog verloren dat de unique selling proposition van de CD&V net die onduidelijkheid is waardoor we om het even welk standpunt altijd wel aan sommige kiezers, een deel van onze achterban en aan collega’s van andere politieke fracties konden verkopen. De expertise die Keisse in Rotterdam heeft verworven, zou wel eens de electorale doping kunnen zijn waar we sinds Letermes ‘Wie gelooft die mensen nog?’ op zitten te wachten.”
Verwarring
Keisses eerste wapenfeit als CD&V-woordvoerder ligt alvast geheel in de lijn der verwachtingen. “Ik, woordvoerder? Ik dacht dat ze mij gevraagd hadden om gewoon lid te worden”, verkondigde de kersverse zegsman in het middagjournaal van de vrt. Keisse droeg verder bij tot de verwarring door te claimen de functie desgevallend wel te willen uitoefenen, maar dan onder strikte voorwaarden die hij pas bekend kon maken na de zesdaagse in Rotterdam. Het partijbureau buigt zich intussen over de vraag of het hier om een “ja, als” dan wel een “nee, tenzij” gaat.